Onze visie

Bij ons staat, naast veiligheidgezelligheid voorop. Wij vinden het belangrijk dat je kind zich prettig voelt op zwemles. Want als je je op je plek voelt, is er ruimte om te leren en dingen die je moeilijk of spannend vindt, te proberen. Er moet een vertrouwensband ontstaan, tussen de instructeur en de leerling.

Dit doen wij door een band met je kind op te bouwen. Daarnaast vinden we afwisseling en spelen belangrijk. Want door spelen ontdekken kinderen dingen. Soms durven ze iets tijdens het spelen wel (dan is de druk er af), wat ze in de les niet durven.

Angst voor het gat komt bij ons weinig voor. Een kind dat duikangst heeft mag eerst gaan springen. Net zolang totdat hij/zij dat goed durft. Daarna pas starten we met duiken, eerst vanaf de knieën en als ze dat zelf aandurven, staand duiken. Het gat komt er pas bij als ze het duiken goed onder de knie hebben.

Ga je met je eigen kind zwemmen dan zijn de volgende tips mogelijk handig:
– laat ze veel vanaf de kant naar je toe springen. Vinden ze het spannend, laat je kind je duimen vasthouden. Zo kun je ze ieder keer een beetje lager laten landen (kin in het water, mond in het water, neus in het water).
– leg ze eens op de rug te drijven. Vindt je kind dat spannend, leg zijn hoofd rustig op je schouder en probeer hem of haar zo rustig te laten wennen.
– ga met je kind naar het diepe bad en leer ze dat, zolang ze drijfmiddelen om hebben, zich prima in het water kunnen redden door de trappelen.

Survival ABC
Wij leiden op voor het SurvivalABC van Zwemonderwijs Nederland. Bij dit nationaal erkende diploma gaat men ervanuit dat in het water vallen meestal gebeurt met kleren aan. Daarom wordt er tijdens de zwemlessen en tijdens het diplomazwemmen dus meer met kleren gezwommen.

Kinderen moeten nadat ze hun diploma hebben behaald vooral blijven zwemmen, dat verhoogt de veiligheid. Eerst goed op zwemles leren zwemmen, met veel lol en plezier. En daarna blijven zwemmen, zodat je slag niet minder wordt.

Iedere eerste zwemles van de maand zwemmen alle kinderen met kleren aan, ongeacht het niveau (m.u.v. van de allereerste zwemles). Bij de laatste fase van het A diploma iedere week met kleren aan zwemmen. Bij de B en C zwemlessen ook iedere les met kleding aan zwemmen.